woensdag 3 december 2014

Zwart als roet

De eerste sneeuw luidt het begin van de winter in.
Wij kijken Nederlandse televisie en hebben alleen de Franse radio aan in de auto, maar door de storende zenders kunnen we er hier in de heuvels weinig van volgen. Hierdoor zijn we meestal beter op de hoogte van de Nederlandse actualiteiten dan de Franse. De belabberde zorg, de groeiende groep mensen met schulden, de vervuilde lucht in grote steden, de toenemende agressiviteit en criminaliteit. Tel daarbij op dat we regelmatig praten met Nederlanders die hier een huis zoeken, die haarfijn uitleggen waarom ze weg willen uit Nederland, en het wordt ons wel erg makkelijk gemaakt de illusie te koesteren dat (deze) problemen in het Franse land niet bestaan. Onwetend maakt onbezorgd. Zoiets.
Natuurlijk zijn de problemen in Frankrijk minstens zo groot. Er is daarentegen één probleem dat we hier zeker niet kennen, en dat is het Sinterklaasfeest. Wat voor vele generaties gold als een spannende happening met pieten die in de donkere nacht op de deuren kloppen en pakjes achterlaten, is verworden tot een probleem dat menig bestuurder en ambtenaar - en zelfs een heuse VN-werkgroep - aan het werk houdt. Moeten de pieten zwart blijven of worden ze meerkleurig? Zal de discussie verstommen als de oorringen uit gaan? Hoeveel extra politiekracht is nodig tijdens de intocht?
Vanaf de digitale zijlijn volgde ik de strijd tussen voor- en tegenstanders, beluisterde ik de argumenten uit de verschillende kampen en vond ik het veel drukte om weinig. Zoveel aandacht in de media, terwijl er in de wereld om ons heen zoveel belangrijkere problemen zijn. 
Deze week veranderde er echter iets, en wel nadat ik de documentaire Zwart als roet zag waarin Sunny Bergman het debat rond het racistische gehalte van Zwarte Piet analyseert. In een persoonlijke zoektocht brengt de Amsterdamse documentairemaakster onbewuste vooroordelen in kaart, dagelijks racisme en de erfenis van het Nederlandse koloniale verleden. Ze gaat verkleed als Zwarte Piet naar Londen waar haar verschijning en optreden felle reacties uitlokt. Ook kijkt ze bij wijze van experiment wat er gebeurt als een autochtone, Surinaamse en Marokkaanse Nederlander los van elkaar een fietsslot proberen open te breken in het Amsterdamse Vondelpark. De uitkomsten van dat experiment maken pijnlijk duidelijk dat het pietendebat symbool staat voor racisme in het algemeen en dat racisme helaas nog altijd springlevend is. Zelf keek ik in ieder geval met heel andere ogen naar de blij rondspringend Zwarte Pieten.
Intussen worstelen wij met heel andere dilemma's rond het Sinterklaasfeest. Viggo en Manu keken naar de intocht van Sinterklaas en volgen dagelijks de perikelen van Pietje Paniek en Opa Piet op het Sinterklaas journaal. Hun Franse klasgenootjes daarentegen komen ieder dag meer in de ban van Père Noël en zijn Lutins: Blije, blanke (!) kaboutertjes die de Kerstman assisteren in zijn werk en onderzoeken of de kindertjes wel lief zijn geweest. 's Avonds na het eten spelen we Kerstman die zijn rendieren optuigt om van de Noordpool naar Frankrijk te reizen, maar Manu wil per se dat Amerigo, het paard van Sinterklaas, wordt ingezet voor deze barre tocht. Van een oude Albert Heijn actie heb ik nog altijd de handpoppen van de Muppet show, waar we poppenkast mee spelen. Laatst verzon ik, gezeten onder de hoogslaper van Viggo, een scène met Statler, de oude, grijze cynicus uit de Britse komedieserie. "Hoe heet jij?", vroeg Viggo. "Opa Piet", verzon ik snel. Viggo: "Maar jij bent toch zwart?"
In de supermarkt is geen pepernoot te vinden, en zo troffen onze jongens noodgedwongen chocolade kerstmannetjes aan in hun schoen. En nee, ze mogen de schoen niet iedere avond zetten, want de Sint heeft het in Nederland al zo druk en kan echt niet iedere dag naar Frankrijk afreizen. Op internet zocht ik wat er in speculaaskruiden (ook niet te krijgen) zit, en bakte ik met hulp van de jongens zelf kruidnootjes en speculaas. Over de verhouding tussen kaneel, kruidnagel, nootmuskaat, witte peper, gemberpoeder en gemalen kardemom kon ik zo snel niks vinden, dus deed ik van alles even veel, met als gevolg nootjes met een wel erg dominante gembersmaak.
Waarom al deze capriolen voor een, volgens een bepaalde groep, racistisch feest, dacht ik na het zien van Bergman's documentaire. Waarschijnlijk omdat het een diepgewortelde, jarenlange traditie is, die we niet zomaar van ons af kunnen schudden omdat we toevallig naar een ander land zijn verhuisd. Een traditie met levendige en blijde herinneringen, die we onze kinderen ook gunnen. En wat kan het de kinderen schelen of Piet zwart of wit is? De cadeau brochure van de Intermarché is bij ons thuis momenteel trending topic. Ieder jaar als Diewertje Blok ons er aan herinnert dat het weer bijna zover is, genieten we van de jongens die tekeningen maken voor de Sint en liedjes zingen bij de kachel. Opgelucht zijn we (en ik vermoed vele ouders met ons) als het allemaal weer achter de rug is.
Ik herinner me nog heel goed hoe ik ooit uit de droom werd geholpen; ik zal acht jaar geweest zijn, of negen? Ik liep van school naar huis, met mijn vriendinnetje, over het kerkplein in het dorp, waar we destijds altijd rolschaatsten, maar dat nu volgebouwd is. "Sinterklaas bestaat helemaal niet", beweerde ze. Een schokgolf ging door mijn lichaam. "Weet je dat niet eens?", vroeg ze verbaasd. Nee, ik wist het niet, en wilde het ook niet geloven.
Viggo en Manu zullen op deze manier niet uit de droom geholpen worden, want Sinterklaas bestaat immers niet in Frankrijk. Hoe lang blijft hun sprookje levend en zingen ze hartstochtelijk 'Zie ginds komt de Stoomboot' bij de kachel? Of zullen ze worden ingehaald door de tijd?

 
Pepernoten, in geen velden of wegen te bekennen hier, althans niet binnen een uurtje rijden, dus hebben we ze zelf gebakken. Leuk en (best wel) lekker.

Maar nog leuker is als je een hele doos pepernoten en chocoladeletters krijgt van een lieve klant van Rob; nu kan Sint tenminste goed uitdelen! Bedankt voor de gulle gift!
Manu alweer 4 jaar! Bonne anniversaire lieve Manu!

Een muis bedierf mijn plezier in het bewaren van groenten en fruit in de bijkeuken. Na bijna drie jaar wonen op het Franse platteland is mijn muizenfobie helaas nog springlevend. We besloten daarom de muren te voegen en alle gaten dicht te maken. Sorry muisjes!
Na bijna 7 maanden na aankoop van onze Renault Trafic met dubbele cabine ontvingen we eindelijk het Franse kenteken. Zeven maanden van formulieren invullen, wachten, nog meer formulieren invullen, nog een controle, wachten op de dame die De Finale Handtekening mocht zetten maar nog twee weken vakantie had, en ga zo maar door. Maar nu genieten we er extra van!



dinsdag 4 november 2014

Kyha

Herfstvakantie 2014: 'Mama, wil je het zwembadje opzetten?'



De Nederlanders in deze omgeving hebben zich goed georganiseerd middels een 'Hollandse eetclub'. Iedere laatste vrijdag van de maand eten zij die zin en tijd hebben gezamenlijk een daghap in een wisselend restaurant in de regio. Inmiddels is er ook een 'klusclub' en een Bar d'amis of te wel het zondagmiddag café in een tot gezellig kroegje omgetoverde schuur bij een Nederlands stel. De communicatie over de bijeenkomsten verloopt via een e-mail groep met inmiddels vele tientallen adressen van Nederlanders die hier (semi-)permanent wonen. Behalve de bijeenkomsten wisselen de gebruikers van deze groep een hoop andere wetenswaardigheden uit. Zo leren we waar de stookolie het goedkoopst is, op welke website we het beste de Franse taal machtig worden, wie tweedehands spullen te koop heeft, desgewenst in ruil voor een tegenprestatie zoals hout hakken, en wie wanneer naar Nederland rijdt en nog plaats over heeft voor spullen dan wel medepassagiers. Handige informatie dus, fijn in de eigen taal, en op z'n Nederlands vormgegeven, zonder al te veel omwegen.
Van de zomer vond ik een bericht van een Nederlandse die tijdens een wandeling met haar ezel een nestje puppy hondjes had gevonden die lagen te verkommeren in een verlaten boerenschuur. De puppies waren er slecht aan toe, en enkelen waren al gestorven. De hondjes werden liefdevol opgevangen door de Nederlandse en een Franse buurvrouw, en er verscheen een oproepje: 'Thuis gezocht voor zes puppies'. Het was hartje zomer, en tussen het klussen, tuinonderhoud, bezoek, op stap met de kinderen en huizenbezichtigingen door bekeken we de foto's van de achtergelaten diertjes. 'Zullen we...., of beter nog een tijdje wachten?' In deze omgeving kun je niet om dieren heen. Iedereen heeft ze. Koeien natuurlijk, schapen en ezels, veel kippen, paarden soms, varkens, poezen, noem het allemaal maar op, maar iedere zichzelf respecterend bewoner van het Franse platteland heeft natuurlijk een hond! Wij op onze beurt hadden tot dan toe wijselijk besloten dat een hond nog niet in ons drukke emigrantenbestaan met kleine kinderen paste, en besloten met een paar kippen te beginnen. Volgend voorjaar.
Maar deze hondjes waren wel erg schattig, en een paar dagen later zagen we er twee in real bij vrienden die reeds bezweken waren voor de charmes van deze adorabele viervoeters. Even werd ons gezond verstand flink op de proef gesteld, waarna iets in onze bovenkamers ons tot orde riep en we verstandig besloten er nog niet aan te beginnen. Niet lang daarna hoorden we dat alle hondjes inmiddels een nieuw thuis hadden gevonden.
Enkele weken geleden verscheen een nieuw bericht over een van de hondjes, Kyha genaamd. De meisjes puppy was geadopteerd door een Française, die er bij nader inzien toch niet goed voor kon zorgen. Haar drie poezen waren bang voor Kyha en zelf had ze door haar onregelmatige werk te weinig tijd. Met spijt in haar hart liet ze de Eetclub weten een nieuw thuis te zoeken voor het hondje. De herfst was inmiddels aangebroken en de rust in ons huis enigszins teruggekeerd. Was de tijd dan eindelijk rijp voor een nieuw gezinslid? Van onze vrienden hoorden we niets dan positiefs over hoe de puppies zich ontwikkelden. We verdwaalden in de lieve hondenogen die ons vanuit de computer aankeken, en besloten maar eens te gaan bellen. Met zachte stem, een beetje bedeesd, vertelde de Franse eigenaresse waarom ze niet langer voor Kyha kon zorgen. Voorzichtig polste ze naar onze situatie. Hoe oud waren de kinderen? Hoe groot de tuin? We spraken af er nog een nachtje over te slapen, en er dan op terug te komen. De volgende dag was de stemming nog altijd pro-Kyha, en toen we dit kenbaar maakten, vertelde de eigenaresse dat haar broer ook geïnteresseerd was. Inmiddels had ik uitgezocht waar de Française woonde, en dit bleek anderhalf uur rijden van ons vandaan. Ik vroeg haar eerst te praten met haar broer, voordat wij de auto richting het uiterste noorden van de Creuse zouden pakken. 's Middags sprak ik haar weer, en broer-lief had tot onze blijdschap besloten dat een gezin met kleine kinderen en een grote tuin ideaal was voor het hondje. We spraken af die middag langs te komen om elkaar te ontmoeten, met de afspraak dat Kyha in principe de week erna bij ons zou komen. Na anderhalf uur tuffen arriveerden we bij een klein natuurstenen huisje met een rommelig tuintje en werden we enthousiast begroet door hond en bazin. De eigenaresse bleek alleen te wonen, tezamen met hond en poezen en een groot aantal schapen die werden geweid op de paar hectaren land die het verlaten huisje omringden. "Ik weet niet hoe ik hier ooit ben beland; het is me allemaal te veel", zuchtte de voormalige Parisienne, terwijl ze ons het slaapvertrek van Kyha liet zien. Buiten in de tuin, omdat de poezen het huis liever niet deelden met de donkerbruine viervoeter. Een houten hok in een gigantische, met gaas overtrokken kippenren, zou je denken, maar nee, het bleek het voormalige speelpaleis van een inmiddels overleden konijn. In het houten hok een groot, hardplastic hondenhok met zachte kussens en een straalkacheltje ernaast. "Honden kunnen niet tegen vocht", legde ze uit, en vroeg bezorgd waar Kyha bij ons zou komen te liggen. We babbelden wat over de afkomst en het karakter van het hondje, terwijl de kinderen vrolijk speelden met hun toekomstige nieuwe 'zusje'. We vroegen of we wellicht nog spullen zouden kunnen overnemen van Kyha. "Zoals wat?", vroeg de eigenaresse verschrikt. "Bijvoorbeeld het hondenhok", antwoordden we, enigszins verbaasd over haar geschrokken reactie. Het ging haar duidelijk veel te snel. "Eh....daar moet ik over nadenken", antwoordde ze, "ik weet niet wat het beste is voor Kyha." Aangezien ze met een zieke poes naar de dierenarts moest, was het al snel tijd om tot zaken te komen. Gezien de lange rit vroegen we of het mogelijk was dat ze Kyha de week erop zelf naar ons zou komen brengen, zodat ze meteen onze plek kon zien. Dit zou haar misschien geruststellen. Ze wilde graag komen, maar niet om het hondje meteen achter te laten. Wij moesten Kyha zelf komen ophalen, anders zou ze niet begrijpen dat ze ging verhuizen naar een nieuw gezin. Nu ben ik best empathisch ingesteld, maar dit leek me toch wat overdreven. Duidelijk was echter dat we geen keus hadden, en dus spraken we af dat ze twee dagen later met Kyha naar ons zou komen.
Die avond mailde ik haar ons adres. Daarnaast vroeg ik haar na te denken over spullen die we eventueel over zouden kunnen nemen. Wij moesten ons tenslotte ook voorbereiden op de komst van ons eerste huisdier. Ook vroeg ik haar in zorgvuldig gekozen bewoordingen of het wellicht toch mogelijk was dat Kyha die dag al bij ons zou blijven. Dit vanwege het gegeven dat de kinderen nog de hele week schoolvakantie hadden en we alle tijd hadden aan elkaar te wennen. Intussen werden we steeds enthousiaster, fantaseerden de kinderen over welke spelletjes ze konden doen en ik over lange wandelingen met Kyha. Uren zaten we die avond achter de computer en informeerden we ons over het type hond, hoe we haar gingen opvoeden waarbij het woord 'consequent' opvallend vaak viel. Kyha was voor ons de perfecte viervoeter, besloten we tevreden.
Aan de andere kant bleef het verdacht stil. Pas in de avond van de volgende dag kreeg ik een telefoontje. Ze kon de volgende dag, de dag dat we afgesproken hadden, niet komen vanwege een ziek schaap. "Geen probleem", zei ik, "dan maken we een nieuwe afspraak." "Ik heb het gevoel dat jullie haast hebben", zei de Française. "Nee hoor", zei ik en in mijn beste Frans probeerde ik haar gerust te stellen en legde ik uit dat Kyha kon komen wanneer ze er aan toe was, ook al zou dit nog een tijdje kunnen duren. Langzaam maar zeker begon me te dagen dat deze vrouw helemaal geen afscheid wilde nemen van het hondje. "Weet je, er zijn leuke hondjes genoeg in de Creuse", zei ze nadat het gesprek al een eind gevorderd was. "Ja maar....we willen Kyha", stotterde ik, terwijl de harde werkelijkheid eindelijk tot me doordrong. Eindelijk, na vele omwegen, kwam het hoge woord er uit en vertelde ze dat ze te gehecht was aan Kyha, en dat ze het emotioneel niet aankon het beestje weg te doen. Teleurgesteld hing ik op.
Hoe langer we hier wonen, hoe meer zonderlinge mensen we hier ontmoeten. Ze wonen vaak op een geïsoleerde plek, weg van alles en iedereen, een zelfverkozen bestaan in eenzaamheid lijkt het wel, en dan zit je in de Creuse natuurlijk goed. Laatst ontmoetten we een Fransman, een zestiger schatten we, op eenzelfde verlaten plek als de bazin van Kyha, in eenzelfde type oud huisje, met een grote leefruimte op de begane grond. De vloer van deze ruimte was voor driekwart gevuld met houten bakken van ongeveer een bij een halve meter, gevuld met cavia's. De hele dag was hij druk met de verzorging van deze beestjes, zeker twintig stuks liepen er rond.
Vaak lachen we er om, soms zijn we ontroerd, bijvoorbeeld als het om stokoude mensen gaat waarbij je je afvraagt hoe ze hier nog op een menswaardige manier zelfstandig kunnen leven. Soms balen we er flink van, zoals in het geval van de bazin van Kyha.
Gelukkig hebben we dan nog Les Hollandais, waarbij een 'ja' een 'ja' is en een 'nee' een 'nee', die we te allen tijde begrijpen, op de eerste plaats omdat we dezelfde taal spreken. Lang leve de Eetclub, zeg ik dus. Nu maar wachten tot er weer een nieuw nestje gevonden wordt. En er een nieuw thuis wordt gezocht. Want een ding is zeker: wanneer weten we nog niet, maar het hondje komt er!


Champignons zoeken in de bossen, waarna buurvrouw uitlegt welke eetbaar zijn en welke niet. Erg leuk om mee bezig te zijn, voor de kinderen en voor onszelf.
Paardenmarkt in Chenerailles, die twee keer per jaar wordt gehouden.
Met behalve paarden ook veel andere handelswaar, heel veel eten en drinken en....een kermis!

Wandelen in de omgeving van Auzances met opa en oma.







Snel nog even spelen in de Lindeboom pal voor ons huis want....
deze moet hoognodig gesnoeid worden.



Als het echt gevaarlijk wordt, halen we de hoogwerker tevoorschijn.



Als het werk gedaan is...een vreugderondje met de boys in de hoogwerker.


De Limousin: met recht het Groene Hart van Frankrijk.
Coucou! Vriendje Odin op bezoek.
Langzaam maar zeker wordt de binnenmuur in de oude koeienstal opgetrokken; de toekomstige werkruimte voor Rob.

Voorbereidingen voor de Halloween party in de schuur bij Jamie en Anuska. De kleding hebben we besteld via internet en voor make-up en accessoires heb ik diep in de verhuisdozen moeten tasten. Rob tekent voor de visagie.

 



Viggo.



Nog heel even stilzitten....

Manu.



 


 


In vol ornaat gearriveerd in Evaux les Bains.

De volgende dag is de schmink nog altijd niet helemaal van de gezichtjes gepoetst.
Na bijna 2,5 jaar wachten ontvang ik eindelijk mijn Carte Vitale, de persoonlijke zorgpas waar iedere Fransman over beschikt. De vergoedingen voor zorg worden vanaf nu automatisch uitgekeerd; ik hoef geen formulieren meer op te sturen.