zondag 2 juni 2013

Het weer, le moral, grand-mère en les mots doux


Met oma Mien aan de appeltaart.
Nooit eerder was het weer zo'n nadrukkelijk onderwerp in mijn leven als het afgelopen jaar in Frankrijk. Met name de afgelopen weken beheerste le temps ons leven op het platteland. Ik heb het niet eens over de groentestekjes die we onlangs plantten, tijdens een paar schaarse dagen mooi weer achter elkaar, en die er inmiddels zeer verregend, verlept en verdrietig bij hangen. Of over het feit dat onze kinderen eind mei nog altijd in winterjassen en regenlaarzen naar school gaan en noodgedwongen veel binnen zijn, na een toch al lange winter. Ik doel op de talloze gesprekken die er over gingen, over het weer, altijd al een zeer geliefd onderwerp in de Creuse, maar je kunt overdrijven. Dat Monsieur Bernard de schoolbuschauffeur er iedere ochtend iets over zegt...ik zou schrikken als hij dit niet zou doen. Meestal gaan de gesprekjes in de vroege ochtend als volgt. Mr. Bernard, gezeten achter het stuur en gebogen over zijn papier waarop hij de namen aankruist van de kinderen die meerijden, vanwege de kou nog altijd zijn donkerblauwe, gebreide mutsje op zijn hoofd, kijkt ons kort aan en mompelt 'Bonjour'. Ik groet terug en Viggo doet dit, afhankelijk van zijn stemming, ook, of zegt in het geheel niets. Ik help mijn oudste installeren, klik de riem in het slotje, geef hem een kus, wens hem veel plezier en blijf trouw aan dit alledaagse ritueel nog even staan op het opstapje van de bus om met Mr. Bernard het weer door te nemen. Meestal mompelen we maar wat door elkaar heen en zeg ik een paar keer achter elkaar 'oui', zo vroeg nog niet in staat om helder na te denken laat staan een fatsoenlijke Franse zin uit te spreken. Zelfs niet over het weer.
Maar de afgelopen weken wilde iedereen het weer bespreken. Niet alleen de buren en Mr. Bernard, de bakker en de slager, maar ook de vrouw van de verzekeringsagent, de dame van het belastingkantoor waar ik de rekeningen van de schoolkantine betaal en mijn Nederlandse 'vrienden' op Facebook; met name de uitbaters van campings en gites in Frankrijk deden dagelijks uitgebreid verslag. Wat een K****weer, meldden de Hollanders. On n'a pas le moral, klaagden de Fransen. Ik knikte vervolgens instemmend en meelevend, maar omdat ik er een beetje zat van was, het geleuter over het weer, zei ik dan maar 'On ne peut rien faire', en ging over op de orde van de dag. Binnenkort eens een gesprekje beginnen over het in Frankrijk omstreden homohuwelijk; kijken of ze dan ook nog tekst en een mening hebben.
Intussen holt de tijd ongelooflijk hard vooruit. Over vijf weken hebben de kinderen alweer schoolvakantie. In hun schoolschriftjes zaten formulieren ter ondertekening met daarin het advies van de schoolleiding voor het volgend jaar. Viggo gaat naar de Grande Section, de hoogste kleuterklas, en Manu blijft in de (Toute) Petite Section in Merinchal. Nog een jaar op verschillende scholen, totdat Manu straks groot genoeg is om zijn broer te vergezellen in de schoolbus naar Auzances. Manu begint steeds beter te praten, een mengelmoes van Nederlands en Frans. Daar waar Viggo het destijds had over de 'bullenbak' noemt Manu de vuilnisbak de 'lullenbak'. Ieder z'n voorkeur. Viggo op zijn beurt kent steeds meer woorden in het Frans, waar het Nederlands te kort schiet. Hij zegt dan bijvoorbeeld: 'Mama, Mael zei dat hij mij gaat ehh...ehh...inviter voor zijn feestje'. Allebei kwamen ze thuis met verrassingen rond vader- en moederdag (gemakshalve gecombineerd tot Fête des parents). Manu had op school jam gemaakt van paardenbloemen, bloemen geschilderd op een mooie kaart met een lief gedichtje en Viggo kwam thuis met een potje confiture de mots doux, een jam van zachte woorden.
Voor de liefhebbers van de betere poëzie hierbij het gedichtje dat Viggo voordroeg.

Des petits mots sont tombés dans le jardin
Des mots doux qui font la roue
Des mots de rien qui font du bien
Je les ai tous ramassés
Et de la confiture j'en ai fait
Vous pourrez vous régaler
En les lisant toute l'année.

Voor de juiste uitspraak bekijk hier het filmpje met Viggo.


Rond Hemelvaart kregen we opnieuw visite, ditmaal van Rob's moeder, of te wel oma Mien, en zijn broer en schoonzus Menno en Hélène. Vantevoren waren er grote twijfels of Mien de reis wel aan zou kunnen gezien haar verslechterde gezondheidstoestand, maar haar verlangen om onze nieuwe woonplek te zien, was sterker. Er werden vliegtickets geboekt naar Clermont Ferrand, en met speciale hulp van het vliegtuigpersoneel en met aangepaste voorzieningen kwam ze vermoeid, maar ongedeerd aan in de Creuse. Ze logeerden in de chambre d'hôtes van Fons en Helma op slechts tien autominuten van ons vandaan. Helma heeft dankzij haar achtergrond in de ouderenzorg Mien geweldig kunnen helpen bij haar verzorging. Het weer was niet fantastisch maar ook niet heel slecht (nou begin ik er toch zelf weer over) en we hebben een mooie wandeling gemaakt en een uitstapje naar een bloemen- en plantenmarkt. Ook zijn we uitgebreid gaan eten in La Ferme des Mouqueix in het naburige dorpje Chard. Hier bereidt Franςoise op een ouderwetse houtstoof in een oude boerenschuur vol troepjes, een 'eerlijke maaltijd' met vlees en groenten van eigen terrein, zelfgebrouwen aperitiefdrankjes en zelfgebakken brood. Op de laatste dag van het bezoek brak de zon echt goed door, en offerde Mien haar toch wel broodnodige middagrust op om lekker in de zon weg te doezelen. Al met al hebben we meer ondernomen dan we vooraf hadden durven hopen, en Mien heeft genoten van de overweldigende natuur, het buiten zijn, het gefluit van de vogeltjes en natuurlijk van haar kleinkinderen. Het was de moeite van de lange reis waard en ze had het niet willen missen, vertelde ze na afloop weer op Nederlandse bodem.


Intussen weten onze jongens dat bezoek uit Nederland vaak ook cadeautjes betekent.