maandag 2 juli 2018

Vrije vogels

Een poosje geleden leerden we een leuk Nederlands stel met een zoontje kennen dat zich recent in de Creuse had gevestigd. Trots lieten ze hun woning zien, de bijbehorende schuren en stallen, een atelier, een joekel van een hangar en enkele hectaren grasland met uitzicht op uitgestrekte landerijen en slaperige dorpjes. Dit alles contant afgerekend met de overwaarde van hun Nederlandse huis. Ze hadden allerlei ideeën en dromen over de toekomst en hoe ze hier in hun bestaan wilden voorzien. Van een camping en gites (te vervaardigen in de stallen) in combinatie met cursussen over ecologisch duurzaam tuinieren tot het aan de deur verkopen van zelfverbouwde, biologische groenten. Tijdens gezellige etentjes fantaseerden we er samen lustig op los: Hoe kun je in deze plattelandsregio in je bestaan voorzien, met iets dat dicht bij je hart ligt en waarmee je voldoende verdient om niet ieder dubbeltje om te hoeven draaien.
Een poos terug werden we bij hen uitgenodigd voor een etentje. De afspraak werd enkele keren uitgesteld, waarna we een tijdje niks meer hoorden en bleek dat het jonge gezin naar Nederland was teruggekeerd. Met name zij had moeite haar draai te vinden en te accepteren dat haar familie haar zoontje niet goed zou leren kennen. Ze kon zich bovendien niet goed vinden in het Franse onderwijs en had weinig met de 'Franse opvoeding'. Het stel zag wel uitdagingen, maar de ideeën bleken moeilijk realiseerbaar. "En dan moet het ook nog leuk blijven", zo besloot ze haar mailtje naar ons waarin ze tekst en uitleg gaf.
Deze laatste woorden bleven nog dagen in mijn hoofd hangen. Want hoe simpel het ook klinkt, het is wel waar het om gaat. Een juiste balans tussen enerzijds je droom najagen en anderzijds de offers die je daarvoor moet brengen. Het keiharde werken, zeker in de eerste jaren, om iets tot stand te brengen. Voor jezelf een prettige woonplek creëren, een bedrijf (of meerdere) opzetten, de vreemde taal (beter) onder de knie krijgen, integreren, en oh ja, ook nog tijd voor elkaar en de kinderen overhouden en genieten van je mooie nieuwe woonplek. Een betere kwaliteit van leven, want was dat niet de reden dat we destijds vertrokken uit Nederland?
Rob en ik gingen eens na welke Nederlanders van onze eigen generatie (mensen die nog moeten werken voor hun inkomen) we in de afgelopen zes jaar in Frankrijk hadden leren kennen en die inmiddels teruggekeerd zijn naar Nederland. We kwamen uit op een stuk of zes gezinnen die samen of alleen (na scheiding) teruggegaan zijn, allemaal binnen vijf jaar na aankomst in Frankrijk. Ieder met zijn eigen beweegredenen en met zijn eigen verhaal.
Inmiddels weet ik uit ervaring dat 'je draai vinden' op zo'n andere plek dan je gewend bent jaren kan duren. Ik kan me herinneren dat ik de jongens, toen vier en één, het eerste jaar dat we hier woonden wel eens in de auto zette en gewoon wat rond ging rijden. Uit pure verveling, omdat ik niet gewend was zoveel tijd thuis door te brengen. Inmiddels hebben de jongens, tien en zeven jaar alweer, allerlei activiteiten buitenshuis, ben ik vaak op pad voor mijn werk, en ben ik na al die uren in de auto nergens liever dan gewoon thuis. We hebben meer werk dan ons lief is, en in dat opzicht is de tergende financiële onzekerheid uit de beginperiode verdwenen. We zijn aardig vergroeid met onze nieuwe omgeving, door onze werkzaamheden in de bouw/renovatie en huizenverkoop, maar ook door de kinderen, school, de sportclubs en muziekschool waar we lid van zijn. Toen Viggo laatst zijn verjaardag vierde, bleven de ouders allemaal even hangen voor een kopje koffie. Op zulke momenten merk je dat je hier thuis bent. Maar daar zijn voor mijn gevoel wel ruim vijf jaar overheen gegaan. Jaren van diepe twijfel of ik hier wel wilde blijven. Of deze plattelandsregio voldoende te bieden zou hebben om het gemis van een spontaan bezoekje aan de familie op zondagmiddag, een vertrouwelijk gesprek in het café met een goede vriendin, een mooie carrière in mijn eigen vakgebied met fijne collega's en een prettig salaris, de Volkskrant op zaterdagochtend, leuke winkels en cafeetjes in de buurt, fietsen over vlakke wegen en brede fietspaden met de wind in de rug, speelkameraadjes voor de kinderen om de hoek, een gezellig kletspraatje met de buurvrouw, de vrije geest die de Nederlanders kenmerkt, zou kunnen compenseren. 
Het lijkt alsof het vergroeien met de nieuwe omgeving en het gemis van het oude leven hand in hand gaan en je op een gegeven moment op een punt belandt dat je geniet van de mooie dingen in het nieuwe bestaan, en accepteert dat er zaken zijn die je hier niet hebt, en ook nooit zult krijgen. Twijfels en dilemma's over het vinden van de juiste balans blijven er altijd. Er is meestal meer werk dan tijd. We hebben zoveel leuke ideeën die we op deze plek zouden kunnen realiseren, omdat we er de ruimte en de gebouwen voor hebben. Maar dan hebben we ook meerdere levens nodig. Het boek 'De vierurige werkweek' van Karel Emck ligt - hoe ironisch - nog altijd ongelezen op mijn nachtkastje. 
We hebben in de afgelopen jaren geleerd dat we ons het beste kunnen focussen op de ingeslagen weg die succesvol is gebleken en dat we ons niet moeten laten afleiden. Onze activiteiten afbakenen en op tijd 'nee' durven zeggen. Accepteren dat keuzes maken ook betekent dat je andere dingen niet kunt doen. 
Met veel belangstelling keek ik naar de televisieserie 'De Boerderij' van Yvon Jaspers. Aan het woord kwamen Yvo en Suzette die met hun kinderen van de stad naar het Twentse platteland verhuisden om daar een biologische tuinderij te beginnen. Yvo vertelt over de verantwoordelijkheid die hij voelt voor het land, voor zijn bedrijf, dat voelt als zijn eigen kind. Over tegenslagen en weer doorgaan. Over het feit dat je altijd bezig bent, dat het nooit klaar is. "Het is nooit af, en als je dat kunt omarmen ben je een heel eind", zei hij tegen Yvon Jaspers. Mooie en wijze woorden, maar in de praktijk van alledag lang niet eenvoudig.
Het Nederlandse gezinnetje dat terug ging naar Nederland heeft een nieuwe woning met tuin gevonden ergens aan het water. Ze schrijft: "We hebben geen vijf hectaren meer, maar dat hoeft ook niet. De ooievaars vliegen hier over in plaats van de roofvogels. Supermooi! We kunnen wandelen, zwemmen, fietsen én naar de Ikea, Gamma en de Etos." Spijt van hun Franse avontuur hebben ze niet. "We kijken terug op een mooie periode op het Franse platteland. Als we het twee jaar geleden niet hadden gedaan, hadden we het nu wel gedaan. Dus dat hebben we alvast in de pocket. We sluiten niet uit dat we ooit nog eens vertrekken. We blijven natuurlijk vrije vogels."

Weekendje Lyon met Rob en voor het eerst sinds jaren met z'n tweeën. 







Even in Nederland.

Dagje Amsterdam...

met rondleiding door het....ahum....Ajax stadion (zelf was ik er uiteraard niet bij).





Terug in de Creuse...minimoestuintje aanleggen.


Manu...altijd op zoek naar beestjes.





Waterglijbaan......zomerrrr.....!!!!